Cachoeira, de wieg van Brazilië sedert de 16de eeuw, is een stadje in het “Recôncavo-gebied”, langsheen de Paraguaçu-rivier. Het stadje was ooit een rijke drijvende kracht in het agro-commerciële Bahia. Men produceerde er vooral suiker, tabak en in mindere mate ook katoen.
Oorspronkelijk bewoond door indiaanse stammen werd de streek geleidelijk "uitgemest" nadat de portugese families Dias Adorno en Rodrigues Martins intrek namen in het gebied. Indianen werden waar mogelijk uitgemoord en vervangen door zwarte slaven uit het afrikaanse Angola.
Het plaatsje kreeg de naam Nossa Senhora do Rosário in 1674.
Commerciël was het een stratigisch gebied dat nauw gelinkt was met Salvador, de oorspronkelijke hoofdstad van Brazilië.
Op 27 december 1693 werd het een parochie, en in 1698 werd het Vila de Nossa Senhora do Rosário do Porto da Cachoeira do Paraguaçu.
De vele suikerriet verwerkende boerderijen, de zgn 'engenhos' en de goudmijnen waren een behoorlijke stimulans voor de streek. Samen met de toenemende navigatie op de Paraguaçu-rivier groeide het plaatsje verder uit in de 18de eeuw.. In het begin van de jaren 1800, verworf de Cachoeiraanse maatschappij behoorlijk wat politieke macht en het nam bijzonder actief deel in de onafhankelijkheidsoorlog van Bahie in 1822.
Het dorp kreeg het statuur van "stad" onder Keizerlijk Decreet van 13 maart 1873.
Cachoeira wordt tegenwoordig als beschermd nationaal patrimonium beschouwd door Instituto do Patrimônio Histórico Artístico e Nacional - IPHAN (de braziliaanse nationale dienst voor de bescherming van het cultureel patrimonium).
De laatste jaren begint het stadje een toeristische heropbloei te kennen en het valt duidelijk op hoe meer en meer gebouwen gerestaureerd worden om het cultuur-patrimonium te hervaloriseren.
Gezien de belangrijke rol van Cachoeira in de koloniale geschiedenis van Bahia en Brazilië lijkt het mij bijzonder aangewezen om dit stadje een bezoek te brengen. Persoonlijk zorg ik ervoor dat je de stad ook buiten de toeristische trekpleisters ontdekt.
Ik woonde zelf verschillende jaren in deze mooie streek en ken er de mooiste plekjes waar nooit toeristen komen in buurdorpjes zoals Coqueros, São Felix en Maragojipe. Het is tevens de gelegenheid om er de lokale ambachten te zien, zoals pottenbakkerij en hand-geproduceerde sigaren. Een andere mogelijkheid is een uitstap per boot langsheen de mangroven van de machtige Paraguaçu-rivier.
Normaal kunnen we Cachoeira in 1 dag bezoeken. Voor diegenen die over wat extra tijd beschikken raad ik de 2-daagse trip aan. Op die manier kan je wat dieper in het landbouwgebied trekken en er genieten van de dagdagelijkse bezigheden van lokale bewoners (zoals op de manioc-plantages) en de mooi glooiende landschappen. Met een beetje geluk zien we ook de saveiro-herstellers aan het werk. Saveiros zijn zeilschepen van een eeuwenoud concept die hedentendage nog steeds als efficiënt vervoermiddel gebruikt worden omdat ze op plaatsen komen waar nog (steeds) geen wegen zijn en omdat ze nog steeds een bijzonder goedkoop transportmiddel zijn om goederen naar Salvador te voeren, sorry varen.
Je ziet, ook in deze streek heb ik heel wat te bieden voor je. Interessant om weten is dat het 2daags bezoek kan gecombineerd worden met de reis naar Chapada Diamantina waardoor je aan tijd en efficiëntie wint tijdens je verblijf in Bahia. Vraag gerust om meer inlichtingen terzake.
Cachoeira heeft ook een mysterieuze link : de Candomble religie.
Het is een typische afro-braziliaanse godsdienst, uitsluiten bedreven in Brazilië door het "povo de santo" (volk der heiligen). Het ontstond vooral in de steden Salvador en Cachoeira, in het tijdperk dat de handel en slavernij een hoogtepunt kenden in de regio.
Deze religie is gebaseerd op het "anima" (ziel) van de natuur, ook gekend als "Animism".
Candomblé groeide in Brazilië onder invloed van afrikaanse priesters die naar hier gebracht werden als slaven (zonder hun eigen taal, cultuur en mythologie ooit echt te verloochenen) in de periode tussen 1549 en 1888.
De rituelen omvatten onder meer de verering van de Orixas, offerandes van allerlei aard, genezing, trance en percutie. De belangrijkste invloeden komen uit de afrikaanse Diaspora, en vooral uit de Yoruba Orixa verheerlijking.
Jaarlijks is het het beroemde "Festa de Iemanja" in februari, mis het niet als je tijdens die periode naar Bahia komt !
Brazilianen zijn dol op "moquecas" (soort afrikaans geïnspireerde stoofpot) die in deze streek vooral met vis bereid worden. Naast het eiwit zijn palm-olie en kokosmelk onoverkomelijke ingrediënten. In Cachoeira vind je bvb ook de heel typische lokale "manisoba", een groentengerecht dat weg heeft van gestoofde spinazie maar gebaseerd is op het loof van de maniok-plant. Een proevertje waard.